De stilte na kleur: toen Pink Dream moest verdwijnen

De stilte na kleur: toen Pink Dream moest verdwijnen

Ik liep laatst langs Kattenburg, bij het Bijltjespad, en mijn hart kromp toen ik de lege muur zag. Die muur was een levend kunstwerk geweest—Pink Dream, van Nouch, een kunstenaar met wie ik samenwerk, die ik respecteer, bewonder, en graag zie groeien. Maar nu is het grootste deel van dat werk verdwenen. Door protest van omwonenden is besloten dat de muurschildering na nog geen maand alweer overschilderd moet worden.

Wat raakte me daarin? Niet alleen het verdwijnen van verf, kleur, uitstraling, maar het verdwijnen van durf. Van een stem, van een perspectief, van iemand die kunst wil maken in de openbare ruimte. Nouch had toestemming van de gemeente, van woningcorporatie Lieven de Key en van het studentencomplex. Het was niet zomaar een krabbel, maar een opdracht via Centrum Begroot.

Toch was het duidelijk: bewoners tegenover de flat voelden zich niet geïnformeerd. Voor hen was de kleur, de vorm of de zichtbaarheid storend. De voorzitter van de commissie Groot Kattenburg verwees naar procedurefouten. Er hoorde volgens hen meer overleg te zijn met alle direct omwonenden. (tekst gaat door onder de foto)

Ik begrijp zulke zorgen. Wonen in een buurt betekent dat je wordt beïnvloed door je omgeving. Uitzicht, licht, sfeer: die dingen doen ertoe voor mensen. Maar er is iets onrechtvaardigs in hoe snel, hoe rigoureus, de reactie was. Zes weken voorbereiding, veel werk, en dan in één besluit bijna alles weg. Nouch erkent zelf dat haar inspraak vooraf tekort schoot. Ze zegt: “Oké, ik heb een fout gemaakt.” Maar zij vraagt zich af: rechtvaardigt dat dat zoveel werk verloren gaat?

Wat betekent dit voor kunstenaars? Voor de publieke ruimte? Voor de mensen die kleur zoeken, diversiteit, iets dat niet alledaags is? Voor mij betekent het: we zijn bang geworden. Bang dat iemand vindt dat iets niet “behoort” in zicht van ramen, bang dat omwonenden bezwaar maken, en dat besluitvormers dan liever terugtrekken dan positioneel gaan staan voor wat kunst kan zijn.

Ik werk met Nouch. Ik zie haar experimenteren, zoeken, haar ideeën telkens scherper worden. In Pink Dream zag ik iets moois: niet alleen qua beeld, maar qua durf, qua wat het kan betekenen om in een buurt zichtbaar te zijn, om kleur toe te voegen aan iemands dagelijks uitzicht. Ja, ze had beter kunnen communiceren. Ja, de procedure had strakker kunnen zijn. Maar het dominante besluit ‘weg ermee’ voelt als een gemiste kans.

Misschien is het tijd om te vragen: wat willen we als stad? Alleen kunst die niemand stoort, die ieders smaak respecteert, die binnen strak afgebakende marges blijft? Of geven we kunstenaars ook de ruimte om kruispunten op te zoeken, contrasten te bieden, vragen op te roepen?

Ik ben aan de kant van Nouch. Niet blindelings, maar met overtuiging. Ik wil dat we durven erkennen dat fouten gemaakt kunnen worden in aanloop, maar dat die niet betekenen dat we meteen alles moeten wegvagen. Dat we de waarde erkennen van de stem van de kunstenaar, de impact van wat zichtbaar wordt in de openbare ruimte.

Laat Pink Dream een wake-up call zijn. Voor de beleidsmakers, voor de buurt, voor iedereen die gelooft in kunst als iets dat beweegt, uitdaagt, én verbindt. Laat ons samen zoeken naar manieren om te zorgen dat kunstenaars zoals Nouch zich vrij voelen om te realiseren, wetende dat ze steun krijgen, niet alleen applaudisseren als iets mooi wordt gevonden, maar steunen wanneer iets schrikt, wanneer het tegenstrijdigheid oproept.