Lokaal nieuws over Lakoi en duurzaamheid

Lokaal nieuws over Lakoi en duurzaamheid

Michael Aiello maakt kunst toegankelijk én duurzaam. ‘Ik wil dat lijsten generaties lang meegaan’ 

 

Gerecycled hout, minder plastic en afbreekbare stickers. Na een gesprek over een oude wasmachine besloot Michael Aiello (32) een nieuwe koers te gaan varen met lijstenmakerij en kunsthandel Lakoi. Hij wil duurzaam omgaan met kunst. “Ik voel daar een bepaalde verantwoordelijkheid voor.”

 

De winkel aan de Slijkstraat heeft de sfeer van een woonkamer door de krakende houten vloer, de verzameling van staaltjes en kleurrijke kunstwerken. “Het is half atelier, half winkel en galerie”, legt eigenaar Michael uit. “Stiekem is mijn stijl heel 

 

Tekst gaat verder na de afbeelding - Foto's: Brian Elings 

modern en strak, maar ik wil het toegankelijk houden. Mensen zijn namelijk toch vaak ‘bang’ voor kunst. Ze denken dat alles duur is of dat je met je handen op de rug moet lopen. Maar je kunt hier gewoon rondkijken en bij wijze van spreken tien keer naar binnen lopen zonder iets te kopen.”

 

Lakoi bestaat uit drie ‘kernactiviteiten’: een kunsthandel, een uitgeverij van exclusieve edities en een lijstenmakerij. Michael zet zich af tegen de wegwerpcultuur en kiest voor een ambachtelijke lijstenmakerij. Geın̈ spireerd na een gesprek met een vriend b+esefte hij dat producten vroeger ontworpen werden om lang mee te gaan.

 

‘Lijsten draaien immers om conservatie’

 

“Ik ging eten bij een vriend die zijn wasmachine had laten repareren. Hij had dat ding al sinds zijn studententijd en de monteur zei dat hij nog 1.500 wasbeurten mee zou kunnen. Toen dacht ik: mijn wasmachine is twee jaar oud en lekt al. Wat is dat voor trend? Ik begon me af te vragen: hoeveel bedrijven maken nog dingen die een leven lang meegaan?” Dit inzicht veranderde zijn kijk op zijn werk: hij wil dat zijn lijsten generaties lang meegaan. “Lijsten draaien immers om conservatie.”

 

Hij gebruikt alleen duurzame materialen, zoals FSC- en PEFC-gecertificeerd hout en alleen karton uit Nederland. Daarnaast experimenteert hij met innovatieve technieken. Om afval te minimaliseren, heeft hij zijn productieproces geoptimaliseerd, waarbij hout op maat wordt geleverd om verspilling te voorkomen. Ook heeft hij twee weken geleden nieuwe stickers besteld. “Die zijn gemaakt van landbouwafval. Zelfs de lijm is biologisch afbreekbaar.” 

 

Betere alternatieven

 

Al deze nieuwe ideeë n zijn organisch ontstaan, vertelt Michael. “Ik had bijvoorbeeld niet per se het doel om alles uit Europa te halen, maar als je streeft naar kwaliteit, kom je niet bij goedkope Chinese fabrieken uit. Net zoals je een lekker gerecht maakt dat ‘per ongeluk’ vegan is, zo ging dat bij mij met duurzaamheid.” 

Michael noemt goedkope massaproductie de ‘fast fashion’ van lijsten. Hoewel duurzaamheid binnen de branche weinig prioriteit lijkt te hebben, zet hij zich in voor verandering. “Plastic kun je maar drie keer recyclen. Daarna is het niet meer bruikbaar, dus ik zoek naar betere alternatieven. Ik praat met leveranciers over museumglas, dat nu met plastic wordt geleverd, om te kijken of het met papier kan. En ik denk na over een apparaat dat plastic smelt en omzet in herbruikbare kralen.” 

 


‘Als ik ergens voor ga, moet het binnen een week geregeld zijn’

 

Op de vraag of de tandwieltjes in zijn hoofd ooit stilstaan, antwoordt Michael lachend: “Als ik ergens voor ga, moet het binnen een week geregeld zijn. Vroeger had ik ook wel van dat soort passieprojecten, maar toen deed ik het alleen voor mezelf. Nu doe ik het voor al mijn klanten. Ik wil geen product meegeven dat bedekt is met onnodig plastic. Ik voel daar een bepaalde verantwoordelijkheid voor.”

 

Grappig genoeg is het thuis lastiger om duurzaam te leven, vertelt Michael. “Afval scheiden kan eigenlijk niet meer vanwege de nieuwe regels, maar ik doe wat ik kan. Omdat ik vlakbij de winkel woon, heb ik bijvoorbeeld al jaren geen auto meer.”

 

Niks te verliezen

 

De visionair is in 2020 begonnen met Lakoi. Reimund Nies, de eigenaar van Lijstenmakerij Nies Feenstra, overleed in april van dat jaar. “Ik werkte toen in een lijstenmakerij in Bussum waar ik ook heb gewoond, en een collega van mij ging een ijsje halen bij Nelis. Toen zag ze dat de zaak aan de Slijkstraat leeg stond. Ze zei tegen de familie van Reimund: ‘Als jullie het willen verkopen, laat maar weten.’ Uiteindelijk durfde mijn collega het niet. Toen zei ik: ‘Ik wil het wel doen.’ En nu zijn we bijna vijf jaar verder.”

 

Waarom durfde jij het wel? “Ik had niks te verliezen. Ik was 27, heb - wil - geen kinderen, geen hypotheek, gewoon een baan. Als het niet goed zou gaan, dan zou ik wat geld verliezen, maar ik kon altijd weer iets anders doen. Ik wilde niet op mijn vijftigste denken: ‘Had ik het maar geprobeerd.’ Dat vind ik namelijk erger dan falen.” Bovendien weet Michael, die zelf ook kunst maakt, hoe belangrijk lijsten zijn. “Ze maken kunstwerken echt af. Een verkeerde lijst kan een werk ‘breken’.”

 

Tekst gaat verder na de afbeelding - Foto's: Brian Elings 

 


‘Het meeste heb ik geleerd toen ik voor mezelf begon.’

 

In Bussum had hij al het een en ander geleerd over lijsten maken. “Maar het meeste heb ik geleerd toen ik hier voor mezelf begon. Ik moest het é cht zelf doen en heb veel andere lijstenmakers gebeld voor advies. Ook ben ik de theorie ingedoken.” Zijn allereerste opdracht was direct een grote. “Ik moest een lijst maken voor een grote rok”, vertelt hij. “Gelukkig was die al opgespannen, want ik had geen idee hoe ik dat moest doen. Het was even schrikken, maar uiteindelijk kwam het goed. En die klant komt nog steeds regelmatig langs!”

 

De groep klanten van Michael is divers. “Van mensen die eigenlijk niet veel om lijsten geven tot mensen die er heel enthousiast van worden. Sommigen zijn kunstverzamelaars, sommigen willen iets laten inlijsten vanwege de emotionele waarde, zoals een kunstwerk dat bij hun oma hing.”

 

Picasso en Dalí 

 

De samenwerking met kunstenaars blijft ook bijzonder, vertelt Michael. “Sinds 2024 ben ik ook uitgever. Samen met kunstenaars maak ik edities, zoals zeefdrukken of Giclee is. Dat maakt kunst toegankelijker: in plaats van 8.000 euro kost het werk dan bijvoorbeeld 400 euro.” 

 



Hij gaf vorig jaar samen met Jurriaan Molenaar – “naar mijn mening toch wel de grootste moderne kunstenaar van Weesp” - een editie uit, net zoals hij vanaf 20 februari gaat doen. De editie ‘Red Bench’ was binnen twee weken uitverkocht. “Later dit jaar doen we nog edities met anderen, zoals een Amsterdamse kunstenaar en een kunstenaar uit Nigeria die al bekend is in Londen; Barry Yusufu, die in een paar jaar t+ijd wereldberoemd is geworden.”

 

‘Ik doe altijd grondig onderzoek’

 

De andere kunstwerken die Michael verkoopt, zijn vaak ook editiestukken, zoals twee inmiddels verkochte werken van Picasso. Hier zit een hoop theorie achter. “Een gesigneerde Picasso kost zo’n 15.000 euro. De werken die ik op de website heb staan, zijn officië le werken waar Picasso zelf toezicht op had, alleen zijn ze niet handmatig gesigneerd, waardoor ze een stuk betaalbaarder zijn.”

 

Hoe weet je dan zeker dat een werk authentiek is? “Edities worden altijd goed gedocumenteerd”, legt Michael uit. “Ze worden vastgelegd, er zijn getuigen en foto’s. Daardoor zijn ze vaak betrouwbaarder. Natuurlijk, er zijn ook vervalsingen - zelfs met nagemaakte handtekeningen - maar ik doe altijd grondig onderzoek.”

 

Editiewerken worden genummerd. “Daar zijn verschillende manieren voor. Je hebt de standaard Arabische nummering, maar soms ook Romeinse nummering of een speciale alfabetische nummering. Soms zie je twee dezelfde prints met verschillende soorten nummeringen, maar als een bepaalde nummering niet in de officiële documentatie staat, dan is er iets mis. Dan is het ó f vals, ó f er is een fout gemaakt.”

 

Als hij de echtheid niet kan bewijzen, verkoopt Michael het niet. Is het ooit bijna misgegaan? “Ja, dat was vorig jaar met een grote Dalı.́ Ik had hem praktisch al verkocht, maar ik twijfelde. Hij was met de hand genummerd, maar ik kon de manieren van nummeren niet vinden in het boek. Ik kon me niet voorstellen dat het een vervalsing was, want het was een ingewikkelde techniek die moeilijk na te maken is. Maar omdat ik het niet 100 procent kon bewijzen é n omdat de handtekening net iets afweek van wat ik gewend was, besloot ik het risico niet te nemen.”

 

Ladder 


Zo’n negentig procent van de kopers van de edities van Molenaar zijn trouwe Weespers, schat Michael. Zelf is hij sinds twee jaar weer Weesper, toen hij en zijn vriendin vanuit Bussum hierheen verhuisden. “Ik heb heel vroeger wel in Weesp gewoond en heb eventjes hier op de basisschool gezeten, maar ik ben opgegroeid in Naarden.”

 

Michael spreekt lovend over Weesp. “Het is hier heel fijn. Ik houd niet zo van de drukte van de stad. Ik vind de samenhorigheid, die Weesp nog heeft, fijn. Als ik buiten zit, dan kan ik gewoon mensen begroeten. Mensen zeggen ‘eet smakelijk’ als je buiten aan het eten bent. Dat gebeurt niet midden in een stad.” 

 

De kunstenaar zit hier dus goed op z’n plek. Grinnikend vertelt hij: “We zijn momenteel wat aan het verbouwen in de winkel en ik merk: zodra er ook maar é é n ladder in de winkel staat, denken klanten dat ik ermee ga stoppen.” Maar nee, dat is niet het plan. “Ik kijk elke drie jaar wat ik anders kan doen om het spannend en inspirerend te houden.”